Ik zou wat moeten zeggen
Je kent het vast: je loopt weg van een lange en vermoeiende vergadering en denkt “Ik zou er eigenlijk iets van moeten zeggen dat het zo ongeorganiseerd verloopt!”
Tegelijkertijd realiseer je je dat je dat na de vorige vergadering ook dacht. Nu ben je weer een week verder en is er weer een uur verloren. Eigenlijk wist je het al toen je de uitnodiging voor de vergadering kreeg. En volgende week zit iedereen er weer.
Je ruimt je spullen op na een nuttige maar taaie presentatie. Je zou daar na al die jaren toch beter in moeten zijn?
Er bleven maar lastige vragen komen en van enthousiasme bij de andere aanwezigen was geen sprake. Je zou eigenlijk beter willen zijn in dit soort presentaties. Je teamgenoot Mo lijkt daar zoveel vlotter en handiger in.
Stel dat je elke keer als je denkt ‘ik zou’, je die gedachte noteert om er later een concreet besluit over te nemen.
Je denkt er geen seconde meer aan. Later zie je wel of je met ‘ik zou’ een actie doet of er verder niks mee doet. Heel eenvoudig.
Allerlei stuff
De meeste van ons kunnen makkelijk een lange lijst maken van alles waar ze eigenlijk aan zouden willen beginnen of beter zouden willen kunnen.
Of het nu gaat over je professionele vaardigheden of je creatieve ontplooiing of je gezondheid of je relaties of je financiën. Op elk terrein kun je wel verbeteringen doorvoeren. Al lees je een boek per maand, je zou er zelf ook eens eentje moeten schrijven.
Sommige gedachten laten je niet zo makkelijk los.
Bepaalde twijfel, aarzelingen, onduidelijke gevoelens kunnen op de gekste momenten bovenkomen en je behoorlijk bezighouden. Als je nog een vergaderagenda moet mailen, zet je dat op je takenlijst en ben je er klaar mee. Als je lastige feedback te geven hebt over de kwaliteit van de voorzitter, is dat soms iets dat kan blijven spoken. Ga je dat doen? Hoe ga je dat doen? Hoe zal het vallen?
Doen of niet doen
- Een nadeel van ‘Ik zou …’-gedachten is dat ze enerzijds een idee voor actie bevatten en tegelijkertijd uitdrukken dat je er niks mee doet. In plaats van ‘Ik ga feedback over de vergadering geven’ of ‘Ik ga geen feedback over de vergadering geven’ blijf je met ‘Ik zou eigenlijk feedback moeten geven’ er precies tussenin zitten.
- Gedachten en ideeën waar je misschien iets mee kunt, noemen we in GTD ‘stuff.’ Die leg je vast om te voorkomen dat het in je hoofd blijft rondspoken. Doe dat ook met ‘Ik zou …’-gedachten. Noteer in je notitieboekje of mail jezelf, zodat je er voor nu vanaf bent en later een beslissing over neemt. Er verder over nadenken is vanaf nu niet meer waardevol. Dat komt later wel.
- Beslis, als je jouw ‘stuff’ verwerkt of je van de ‘Ik zou…’-gedachte een actie maakt of niet. Door er een actie van te maken, ga je concreet doen wat je vindt dat je zou moeten doen. Door te beslissen dat je er geen actie van maakt, laat je de gedachte los. In dat laatste geval zul je als de gedachte terugkomt, jezelf eraan moeten herinneren dat je hier al een beslissing over genomen hebt.
- Je kunt bij de vraag of je ermee aan de slag gaat alleen kiezen uit ‘ja’ of ‘nee.’ Als je het niet weet, ga dan na of je meer tijd of meer informatie nodig hebt voor de beslissing. Heb je meer tijd nodig, agendeer de ‘Ik zou’-gedachte over bijvoorbeeld een week en neem er dan een beslissing over. Heb je meer informatie nodig, bedenk dan wie die informatie heeft of waar je die kunt halen. Maak van het vinden van die informatie een actie, bijvoorbeeld ‘sparren met Fred over vraag of ik feedback voor vergadering ga geven.’
- Een extra mogelijkheid: nu geen actie en ik zie later nog of ik me bedenk. Je kunt besluiten dat nu niet het juiste moment is om een actie te doen rond je ‘ik zou …’-gedachte. Je hebt het bijvoorbeeld druk met een aantal nieuwe taken, dus nu is niet het juiste moment ook nog nieuwe vaardigheden te leren. Die beperking is echter tijdelijk, dus door het idee te noteren op je Later/Misschien lijst kun je later, als je in rustiger vaarwater zit, alsnog een actie doen. Kortom, Later/Misschien is de lijst waar je items op zet waar je nu geen actie voor doet, maar die je wel periodiek terug wilt zien.
Parkeer ‘ik zou …’-gedachten en beslis er later over. Doe er je voordeel mee of laat ze los. Alles ertussenin kost energie.
